De mens is een zon.
De zintuigen zijn zijn planeten.
Novalis
De tastzin en levenszin namen de grens van het lichaam en de toestand van de organen en de ruimte die het lichaam inneemt waar. De bewegingszin of spierzin neemt de bewegingen en stand waar van het lichaam en de ledematen. Er beweegt van alles: niet alleen je ledematen, maar ook je ogen, je mond, je tong, je voorhoofd (fronsen) en je borst bewegen voortdurend. Al deze bewegingen en draaiingen neem je waar en dat nog nauwkeurig ook, een hele kleine draaiing van de ellebogen is al waarneembaar. Niet alleen de bewegingen neem je waar, maar ook ken je voortdurend de exacte positie van je ledematen en andere bewegende delen van je lichaam. Je weet ieder moment waar je armen en voeten zijn, omdat je bij het beginnen van een nieuwe beweging precies weet waar je kunt beginnen. Je hoeft daar niet over na te denken, je bent ze nooit kwijt.
De spierzin zetelt in de spoelvormige zintuigorganen in je spieren en meet de spanning en ontspanning ervan. Ook zijn er zenuwuiteinden in de pezen. In de receptoren in de gewrichtskapsels en het weefsel daarboven wordt het buigen en strekken van de ledematen waargenomen.
De bewegingszin is in de eerste plaats gericht op het waarnemen van je eigen lichaam, maar je gebruikt het ook vaak bij het waarnemen van de dingen om je heen. Bij het waarnemen van bewegende objecten, een samenwerking van de bewegingszin met het zien, kun je o.a. de soort beweging zien en de snelheid van bewegende voorwerpen schatten. Om de vorm van een voorwerp vast te stellen volgen je ogen de randen en springen heen en weer naar in het oog vallende details. Schilders maken hier op ingenieuze wijze gebruik van door je blik op een bepaalde manier door een schilderij heen te leiden. De bewegingen en vormen worden door de bewegingszin in de oogspieren waargenomen, het oog zelf neemt slechts de kleuren waar.
Ook kun je door met je armen mee te bewegen de beweging in een tak van een boom met de bewegingszin in de spieren van je armen waarnemen. Deze manier van waarnemen is op velerlei gebieden toepasbaar, namelijk overal waar je vormen en bewegingen wilt waarnemen en nabootsen. Denk aan: de bewegingen van dieren, de insnijdingen van bladeren, de stand van de takken van bomen, etc.
Een spier met een spierzintuig
Neem een blad papier en een potlood. Doe je ogen dicht, of laat je blinddoeken. Teken een huis of een driemaster, doe dit een keer zoals je het gewoonlijk doet, dus door je potlood af en toe van het papier te nemen, en doe dit ook door het potlood steeds op het papier te houden. In plaats van op papier kan deze oefening ook worden gedaan op een schoolbord. Dan kunnen anderen toekijken wat er gebeurt.
Laat je blinddoeken en laat iemand een arm van jou in een gekozen positie zetten. Beschrijf de exacte positie van je arm en beschrijf waar de spieren gespannen zijn en waar ze ontspannen zijn. Laat nu je arm in een andere positie zetten. Herhaal de beschrijving en beschrijf de verandering die je hebt waargenomen.
Ga in twee rijen tegenover elkaar staan, zet de handen tegen elkaar. Draai cirkels en maak bewegingen met de handen, doe dit afwisselend met meer en minder druk. Beschrijf wat je voelt aan druk, spanning, ontspanning en bewegingen.
Beschrijf de beweging van een bewegend organisme, een dier of een mens: hoe is de beweging, waar wordt er bewogen, hoe kun je de beweging nabootsen? Ga voor een groot voorwerp staan. Terwijl je dat moet bekijken, laat je iemand naar je ogen kijken. Laat hem de bewegingen van de ogen waarnemen en beschrijven.