Door ieder zintuig neem je iets anders waar. Ze vullen elkaar aan en de waarnemingen versterken elkaar. Het geheel neem je waar door alle waarnemingen met elkaar tot een geheel te verbinden. Hiervan zijn in het voorgaande al enkele voorbeelden gegeven. Tot slot nog twee voorbeelden over het waarnemen van een huis en van een koe.
Bij het waarnemen van een huis gebruik je de volgende zintuigen:
De bewegingszin bij het waarnemen van de vormen, waarbij het bewegen van de oogspieren wordt geregistreerd.
De evenwichtszin door het waarnemen van de verticale en horizontale lijnen van het gebouw.
Het zien door het waarnemen van de kleuren en de schaduwen en het licht en donker.
De levenszin door het waarnemen van de verhoudingen en de harmonie.
De tastzin door het waarnemen van de structuur van de stenen en het houtwerk (door te voelen of door er naar te kijken).
Bij het waarnemen van een koe kun je bijna alle zintuigen gebruiken:
De tastzin door de haren en de glans en soepelheid van het vel waar te nemen.
De levenszin door de harmonie van de verhoudingen van de lichaamsdelen en de gezondheid waar te nemen.
De bewegingszin bij de vorm van het lichaam en de bewegingen van het dier.
De evenwichtszin bij de stand van de benen, de hals en de romp.
De reuk door het waarnemen van de geur van de adem, het lichaam en de mest.
Het zien door het waarnemen van de kleur van de vacht.
De temperatuurzin door het waarnemen van de temperatuur te voelen van het lichaam of de hoorns.
Het gehoor door het waarnemen van het geluid van het herkauwen en het loeien.
De spraakzin door te luisteren of het herkauwen en loeien een bepaald gebaar laat zien, maar ook door de gestiek van de bewegingen en het lichaam waar te nemen.
Misschien komen daar de gedachtezin en ik-zin bij wanneer je de koe kent en zijn bewegingen, gedrag en geluiden als een individuele uiting kunt zien.
Dan zijn, op de smaak na, alle zintuigen gebruikt.
Oefening baart ook hier kunst. Je zult merken dat het oefenen van het ene zintuig ook de waarnemingen van de andere zintuigen verbetert. Als je beter, bewuster gaat proeven, gaan je andere zintuigen ook vooruit, je neemt dan meer waar en je neemt meer nuances waar.
Beschrijf het gebruik van alle zintuigen bij de waarneming van een mens.
Neem een voorwerp en gebruik zo veel mogelijk zintuigen. Welke verschillende soorten waarnemingen levert dit op?
Bij het waarnemen van de individualiteit van de ander kun je veel zintuigen op een ondersteunende manier gebruiken. Zoek er zo veel mogelijk op en beschrijf hoe je waarneming iets zegt over het innerlijk van de ander.