De mens is een zon.
De zintuigen zijn zijn planeten.
Novalis
De ogen zijn onze belangrijkste zintuig. Ze zijn de enige zintuigorganen die aan de buitenkant van het lichaam liggen en als zintuig zichtbaar zijn. Het zien wordt vaak als synoniem gebruikt voor waarnemen en ook voor iets begrijpen. Toch zie je met je ogen alleen maar de kleuren en of iets licht of donker is. Omdat je oog beweegt en de spierzin en de evenwichtzin met het zien samenwerken zie je ook vormen, bewegingen en verhoudingen.
Voor wat je ziet kun je je beter afsluiten dan voor de geur en de smaak. Er is meer afstand tot hetgeen je waarneemt en daardoor is er meer bewustzijn bij het zien. Van alle zintuigen zorgt het voor de meeste wakkerheid. In sommige gevallen hangt het van je gedachten af wat je ziet. Je kunt je makkelijk vergissen bij wat je ziet. Het oog is het zintuig dat in de wetenschap het meest wordt gebruikt. Alles wordt zichtbaar gemaakt, vaak in getallen, omdat op de ogen meer wordt vertrouwd dan op de andere zintuigen, zoals de reuk en de smaak.
Het oog is een doorzichtige bol, waar het licht naar binnen stroomt. Het licht gaat eerst door het hoornvlies en dan door de pupil. Bij veel licht wordt de pupil kleiner, bij weinig licht groter. Om de pupil heen zit de gekleurde iris. Na door de pupil te zijn gegaan, wordt het licht door de ooglens geconcentreerd, gaat door de oogbol heen en valt op de achterzijde, het netvlies.
De oogbol, het glasachtig lichaam, bestaat voor 99% uit water en is net als het hoornvlies en de lens doorzichtig. Het netvlies bestaat uit staafjes, die dienen voor het onderscheiden van licht en donker en kegeltjes, die de kleuren waarnemen. De staafjes kunnen zich in het donker in hoge mate aan de hoeveelheid licht aanpassen, zodat je in het donker eerst niets ziet en na enige tijd veel dingen wel kan zien. Kleuren zie je dan echter niet. De gele vlek is het meest gevoelige deel van het netvlies, daar zijn alleen kegeltjes. De plek waar alle zenuwen uit het oog treden is de blinde vlek, daar zie je niets.
Gemiddeld nemen mensen 150 kleuren waar (sommige mensen veel meer), waarvan de meeste nuances bij het groen. Kleuren wekken ook een stemming op in de ziel. Rood zie je als een levendige, onrustige kleur, die krachtig en energiek werkt en aanzet tot activiteit. Oranje maakt enthousiast. Geel is een lichte kleur, die straalt in de ruimte en een vrolijke stemming oproept. Groen werkt rustgevend en evenwichtig. Blauw werkt koel en zet aan tot verdieping. Wit is een beeld van de geest, roept het pure op en is een beeld van reinheid en zwart roept droefenis op.
Een regenboog: rood aan de donkere kant en blauw aan de lichte
Kleuren ontstaan in het spel tussen licht en donker, zoals Goethe heeft ontdekt. Als je vanuit het donker naar iets lichts kijkt, naar de ondergaande zon bijvoorbeeld, dan zie je de kleuren rood, oranje en geel. Als je vanuit het licht naar iets donkers kijkt dan overheersen de kleuren blauw en violet. Goethe drukt het zo uit: als het licht de duisternis overwint ontstaan de actieve kleuren (rood, oranje en geel) en als de duisternis het licht overwint ontstaan de passieve kleuren (blauw en violet). Dit kun je ook zien bij een regenboog. Aan de bovenkant ervan is de hemel donkerder dan aan de onderkant. Het rood zit bij een regenboog dus altijd boven aan de donkere kant en het violet zit onder aan de lichte kant. Ook bij de iris kun je dit zien. Bij iemand met bruine ogen kun je zien dat de iris net om de pupil heen rood is en tegen het oogwit aan is de iris enigszins groen of blauw.
De kleurencirkel
De kleuren passen in een kleurencirkel. Achtereenvolgens zijn de kleuren rood – oranje – geel – groen – blauw – violet – purper en dit gaat weer over in rood. Zo'n cirkel is alleen bij kleuren mogelijk en niet bij andere waarnemingen.
Wanneer je langere tijd intensief naar een kleur kijkt en je wendt je blik af, dan ontstaat er een nabeeld, dat bestaat uit de complementaire (tegenoverliggende) kleur uit de kleurencirkel. Als je een minuut naar een deels purperen en deels rood vlak kijkt, dan ontstaat als nabeeld het groen als tegenkleur van het purper en blauw als tegenbeeld van het rood. De kleur die je dan ziet is geen fysieke, materiële kleur, hij heeft een bijzondere onaardse, lichtende en doorschijnende kwaliteit. Je zou hem kunnen beschrijven als een etherische kleur.
Kleuren hebben effect op de gezondheid. In een fabriek waren twee ruimtes, een geschilderd in de gebruikelijke kleuren en een andere in zachte, menselijke tinten. In de laatste ruimte was de productie 15% hoger en lag het ziekteverzuim 30% lager.
Meer informatie over de kleurenleer van Goethe vind je op de website van Evelien Nijeboer.
Neem de onderstaande figuren waar. Wat zie je? Kun je ook iets anders zien? Kun je tussen die twee waarnemingen wisselen? Wat ervaar je dan?
Kijk naar onderstaande afbeelding. Wat zie je?
Neem een wit vel papier voor je en leg daarop een gekleurd vlak. Kijk een minuut naar dat gekleurde vlak. Haal daarna het gekleurde vlak weg en blijf naar het witte papier kijken. Welke kleur neem je nu waar? Welke kwaliteit heeft deze kleur, ook in vergelijking met het gekleurde vlak? Ga voor alle kleuren van de regenboog na wat de tegenkleur is.
Schilder een afbeelding in één kleur, ga na een half uur na welke stemming er bij je is ontstaan. Je kunt het ook bij een ander waarnemen.
Neem een vel papier en teken daar de stip en de ster op, ongeveer 10 cm uit elkaar. Hou een hand voor je linkeroog, kijk met je rechteroog naar de stip. Varieer de afstand van het papier. Soms zul je ook het sterretje rechts zien, maar op een bepaalde afstand niet. Dan valt het sterretje op de blinde vlek.
Gedeeltelijke kleurenblindheid komt voor. Kijk naar de volgende afbeeldingen. Welk getal zie je?